Parentale burn-out (2)
In mijn vorige blog beschreef ik wat een parentale burn-out is en hoe je deze kunt herkennen. Het ging vooral over vermoeidheid, minder plezier ervaren, heftige emoties, stress en ‘je doet wat je moet doen en liever niet meer dan dat’.
Bij een ‘gewone’ burn-out, die je bijvoorbeeld ervaart door je werk, is het belangrijk dat je eerst even afstand neemt en daarna voorzichtig weer op gaat bouwen. Maar met een gezin kan dat natuurlijk niet! Je kunt niet even stoppen met moeder zijn en daarna weer langzaam beginnen, want moeder, dat ben je altijd (ook als je niet bij je kinderen bent).
Wat zijn mogelijke gevolgen van een parentale burn-out?
Behalve dat het voor jezelf, als moeder, helemaal niet prettig is om je zo te voelen, heeft een parentale burn-out nog meer mogelijke gevolgen. Omdat je niet goed in je vel zit, lukt het je misschien ook minder goed om je kinderen op te voeden. Je vindt het lastig om je eigen emoties onder controle te houden en wordt eerder boos of verdrietig dan eigenlijk je bedoeling is. Je slaapt slecht en daardoor kun je gezondheidsproblemen krijgen. Of je krijgt last van schuldgevoelens of relatieproblemen.
Liever voorkomen dan genezen.
Misschien herken jij je wel een beetje in de symptomen, maar toch niet helemaal. Dan zou het goed kunnen dat je (nog) niet burn-out bent, maar even uit balans. Dat overkomt ons allemaal wel eens. Juist moeders die bijvoorbeeld perfectionistisch zijn, zelf geen soepele jeugd hebben gehad of die niet helemaal op een lijn zitten met hun partner, zullen dit vaker ervaren.
Het belangrijkste is dat je open gaat staan voor hulp om weer in balans te komen. Dat kan steun zijn van je partner, familie of een vriendin. Het kan ook enorm helpen om een deel van alle dingen die je elke dag moet doen, te delegeren. Dat betekent dus dat je dingen moet gaan loslaten en er op moet vertrouwen dat een ander ze net zo goed kan doen als jij. Als je niet weet waar je kunt beginnen met delegeren, kan ik je in elk geval aanraden om mijn gratis e-book te downloaden, dan geef ik je alvast wat concrete tips.
Als je een of meer van de dingen die ik beschreef in de vorige blog over parentale burn-out herkent, dan kan ik je ook verder helpen. Stuur me dan even een mailtje via de contactpagina, of kijk eens tussen de cursussen die ik aanbied. Je hoeft het namelijk niet alleen te doen, ik help je graag!
Ik ben zo moe(der).
“Moeder is de overtreffende trap van moe”, zei ik regelmatig tegen mijn man toen we net ouders waren geworden. We hadden nog helemaal geen ritme en alles kostte zoveel moeite en energie. Nu zijn onze kinderen pubers en ik kan je vertellen: opvoeden kost gewoon veel moeite en energie. Gelukkig zijn er heel veel dingen die je kunt doen (of laten) om meer energie over te houden. Een van die dingen wil ik in deze blog met je delen. De gouden tip die ik graag toepas is: zorg dat het een gewoonte wordt.
Weet je nog dat je ooit leerde fietsen? Dat ging helemaal niet zo makkelijk. Als je gaat fietsen, moet je heel veel dingen tegelijk doen. Daarom is het ook best lastig om te leren fietsen. Je moet eerst opstappen, dan vaart maken. Vervolgens moet je je stuur in de goede positie houden en je moet rondjes draaien met je ene en dan je andere en dan weer je ene been, terwijl je je voeten op de trapper houdt. En je moet rechts op de weg blijven. En dan ook nog op het overige verkeer letten, je vingen uitsteken of je versnellingen gebruiken. En tot slot moet je ook nog bedenken waar je eigenlijk naartoe wilt fietsen. Klinkt als veel tegelijk?
Als je net begint met fietsen is het ook veel, kan het zelfs overweldigend zijn. Je wordt dan ook erg moe van ‘oefenen met fietsen’. Ik heb jaren met vluchtelingen gewerkt die als volwassene bij ons leerden fietsen en ik kan je verzekeren dat dat veel tijd, energie en doorzettingsvermogen vraagt.
Voor mij niet meer en waarschijnlijk voor jou ook niet. Je denkt niet meer ‘ene been, andere been, ene been’. Het gaat vanzelf. En dat is de kracht van ritme en regelmaat. Als je iets vaak op dezelfde manier doet, kost het je minder energie, tijd en doorzettingsvermogen.
Dus hierbij mijn gouden tip als het om vermoeidheid gaat: zorg dat je een ritme krijgt. Oefen het en word er steeds beter in. Als je dingen steeds op een andere manier uit wilt proberen, kosten ze opnieuw veel energie. Als je dingen steeds op dezelfde manier doet, kost het steeds minder energie. En dan houd je dus energie over voor andere dingen die je graag zou willen doen.




