Pauline de Vries

Hoe je je als moeder soms laat beïnvloeden door je omgeving. Volg je gevoel!

Een persoonlijk verhaal.

Over het algemeen kan ik wel zeggen dat ik een hele ontspannen moeder ben. Ik ben ook altijd een vrij ontspannen juf geweest. “Met jou maken ze de kachel niet aan”, kreeg ik een keer van een collega te horen. En dat is ook zo. Ik laat me niet snel op de kast jagen. Maar vorige week liep alles toch even anders dan gepland. Een persoonlijk verhaal.

Woensdagmiddag.

Mijn man en ik hadden net het hele huis een flinke poetsbeurt gegeven en lagen op de bank Netflix te kijken. Mijn mans telefoon ging en het was onze zoon. ‘Ik ben net gevallen met gym en mijn arm doet heel veel pijn. Ik kan niet naar huis fietsen. Kun je me komen halen?’. Natuurlijk, geen probleem. Man stapt in de auto en haalt zoon op.

Eenmaal thuis was hij echt een zielig vogeltje. Een zere arm en hij vertelde ook dat hij duizelig was. Ik vroeg meteen of hij op zijn hoofd was gevallen, maar dat wist hij niet meer.

Woensdagavond.

Zoon wil niet eten, maar wel belachelijk vroeg slapen. Dat zijn we niet gewend van onze puber die altijd met smaak een bord stamppot weg werkt en, als hij even de kans krijgt, het liefst opblijft tot middernacht. De arm kon hij bijna niet bewegen, ondanks het paracetamolletje. Toen hij in bed lag besprak ik met mijn man dat hij ook best een lichte hersenschudding zou kunnen hebben. We spraken af dat hij zoon even wakker zou maken zodra hij zelf naar bed zou gaan. Gewoon, om even te checken.

Woensdagnacht.

Ik word bezweet wakker. Ik droomde dat we onze zoon kwijt waren. Overal zocht ik hem en toen vond ik zijn tas aan de waterkant. Hij zou toch niet.. Ik maak man wakker en vraag hem of hij onze zoon wel gewekt heeft en hoe dat ging. Man was wel zeer relaxed: ‘ja hoor, alles was prima’, draait zich om en slaapt. Ik lig nog een tijdje wakker.

Donderdagochtend.

Ik ga bij zoon kijken. Hij is vrolijk, heeft prima geslapen, maar die arm.. die wil nog niet. Hij kan zich niet zelfstandig aankleden. Ik zie verder niks bijzonders en geef hem nog een paracetamolletje. We besluiten dat hij maar een dagje thuis moet blijven, zodat we het even aan kunnen kijken.

Donderdagochtend, een uurtje later.

Ik bel school om uit te leggen dat zoon nog niet naar school komt en waarom. De conciërge vraagt of hij veel pijn heeft (ja) of ik al bij de huisarts geweest ben met hem (nee) en of ik zeker weet dat zijn arm niet gebroken is (nee). Daarna begint ze een heel verhaal over haar dochter die een gecompliceerde breuk had toen ze 15 was. Ze wenst ons heel veel sterkte en hangt op.

Donderdagochtend, weer een uurtje later.

Ik ben gewoon een slechte moeder. Mijn gevoel zegt dat het allemaal wel goed komt. Maar misschien moet ik toch.. Gecompliceerde breuk? Ik bel de huisarts. De assistente zegt dat ze hem graag even willen zien. Weer een uur later zitten we bij de huisartsenpost. Ik voel me even helemaal niet zo ontspannen meer. Wat als het wel gebroken is? De woorden van de conciërge echoën in mijn hoofd.

Donderdagmiddag.

Niet gebroken. Natuurlijk niet gebroken. Zoon heeft ondertussen alweer een manier gevonden waarop hij wel kan gamen. ‘Kijk, als ik mijn voet op mijn bureaustoel zet en mijn arm op mijn knie, dan kan ik wel met mijn muis. Best relaxed zo!’ Ja, best relaxed lieverd.

Vrijdag.

Zoon kan wel gamen, maar nog niet zijn kamer opruimen, zijn brood smeren en al helemaal niet fietsen. Ik breng hem met de auto naar school. Hij vergeet zijn paracetamol bij het ontbijt. Als ik hem die middag ophaal, komt hij vrolijk de school uit lopen. Met zijn rugtas over zijn zere arm bungelend.

Eind goed, al goed. Ik ga weer terug in de ‘relaxte moeder modus’.